De Vogeltrek Monitoren op Forteiland Pampus
Als watersporter die is geboren en getogen in de polder heb ik natuurlijk van kinds af aan wel meegekregen dat Pampus een bijzonder eiland is. Het forteiland is namelijk een overblijfsel van de Zuiderzee. Door catamaranzeilen kende ik het eiland al van buiten, maar óp het eiland was ik nog nooit geweest. Naast dat er van alles te leren is over de historie van de functie van het fort, vindt op Pampus ook monitoring van vogels plaats. Dus heb ik gevraagd of ik in oktober met een groep ringers mee mocht lopen.
Om 09.00 voegde ik me bij de vogelaars bij Muiderslot, een groep van vier. Dikke mist hing in de lucht en daardoor was het ook flink koud. Samen wachtten we op de voorraadboot, de reguliere pond naar Pampus start namelijk pas later. Ik werd goed ontvangen en gelijk bijgepraat over het ringerswerk. Tussen het kennismaken door werd ook al geluisterd en we keken veel om ons heen. Onder andere waren al roodborstjes te horen en een aalscholver zetelde zichzelf op een aanlegpaal. Toen de boot eenmaal kwam voeren we door dichte mist, dat voelde wel een beetje magisch. Gelukkig was er nog genoeg zicht om de groep kieviten te zien die op een strekdam zaten.
Aangekomen op het forteiland zetten we eerst de netten uit. Een van de vogelaars vertelde dat een bezoeker aan het forteiland ooit een vogel had losgeknipt uit de netten, goed bedoeld maar zonde van de netten. Daarom worden nu hekjes met borden geplaatst om dit te voorkomen. Na het uitzetten van de netten verzamelden we in het restaurant voor koffie en een croissantje. Ongeveer elk halfuur liepen we een ronde om vogels uit de netten te halen. De vuistregel is dat vogels binnen tien minuten bevrijd moeten zijn. De kleinste vogeltjes, zoals winterkoninkjes, kunnen een hele klus zijn om te bevrijden. Ook komt het wel eens voor dat het net achter de gevorkte tong van een lijster(achtige) blijft hangen (zie afbeelding hieronder). Eén van de ringers had een bokkenpootje op zak, die is dus niet voor een manicure bedoeld maar om het net achter de tong van een lijster te verwijderen.
Eenmaal bevrijd werden vogels in draagtassen meegenomen. Soms zaten twee van dezelfde soort bij elkaar. Achter het restaurant op een overdekt terras werden de vogels vakkundig één voor één eruit gehaald, geringd en gemeten. Ongeringde individuen kregen een ringetje en het nummer werd genoteerd. Ringetjes hadden ze in verschillende maten, want niet van elke soort zijn de pootjes even groot. Als een individu al een ring had, werd dat ringnummer op een andere pagina genoteerd. Daarna werd een P8 gemeten: de achtste handpen (dus twee terug vanaf de buitenste, zie afbeelding hieronder) werd gemeten in centimeters. Ook werd een vetscore op de schaal van Busse genoteerd. Tot slot gingen ze in een kokertje, wat er grappig uit ziet, op de weegschaal. Vanuit de koker werden ze buiten weer vrijgelaten. Eén winterkoninkje vloog terug het terras in, wat voor enige hilariteit zorgde, dus iemand holde erachteraan om hem te bevrijden.
De soorten die het meest de netten in vlogen waren het roodborstje en het op één na kleinste vogeltje van Europa: het winterkoninkje. Daarnaast vingen we twee zanglijsters, een vrouwelijke merel, een groenling, een vrouwelijke rietgors, een putter en als kers op de taart een bladkoning! Ik had verwacht vier tot vijf soorten te meten, dus dit was een mooie vangst. De ringers grapten dat ik vaker mee moest, omdat ze nog nooit zoveel soorten op één dag in de netten hadden. Ook kwamen geïnteresseerde bezoekers even kijken.
Rond 14.15 gingen we de netten weer weghalen, waarbij we op de valreep nog één winterkoninkje moesten bevrijden. Met de pond van 15.00 gingen we terug en toen trok de mist wat op. Onderweg zagen we een grote zilverreiger, een aalscholver, wat meeuwensoorten en natuurlijk weer de groep kieviten. Bij aankomst in Muiden brak eindelijk de zon door.
Het ringerswerk vind ik prachtig en dit is ook erg belangrijk. Vogels ringen is een methode om vogelpopulaties en migratieroutes te monitoren en levert cruciale inzichten op, zoals welke soorten beschermd moeten worden. Ook kan het migratieroutes in kaart brengen omdat ringen en het controleren van geringde individuen natuurlijk niet alleen in Nederland gebeurt. Veranderingen in migratieroutes kunnen verschillende oorzaken hebben, zoals ontbossing en klimaatverandering.
Het lijkt niet altijd diervriendelijk, zo’n klein vogeltje in de hand of in een koker op de weegschaal, maar in het grotere geheel is het essentieel. Vogels ringen mag niet zomaar. Ik mocht ze niet aanraken of uit de netten halen; dat vereist een opleiding met theorie- en praktijkexamen. Er zijn bovendien verschillende machtigingen voor verschillende soortgroepen: iemand die alleen zangvogels in de hand houdt, kan niet zomaar een roofvogel of uil ringen. Er bestaan strenge protocollen om ervoor de zorgen dat de vogels zo min mogelijk stress ervaren.
Al met al vond ik het erg leuk om van zo dichtbij vogels mee te maken en ervaren vogelaars te spreken. Mijn lijst met boeken die ik nog wil aanschaffen is weer gegroeid. Meelopen met ringers was een leerzame, gezellige en waardevolle ervaring. De vogelaars zijn blij met een hobby die bijdraagt aan de wetenschap, en mijn interesse in vogelkunde is alleen maar gegroeid.